Spelregels

Wat zijn de spelregels voor het honkbal

Misschien ken je de sport, maar wedden dat je niet alle exacte spelregels al kent? Een honkbalwedstrijd bestaat normaal gesproken uit 9 innings, en elke inning bestaat ook weer uit twee speelhelften. Beide partijen zijn een keer de slagpartij en een keer de veldpartij. Een slagbeurt eindigt wanneer de ploeg die aan slag is drie keer een uit krijgt, ook wel drie nullen genoemd.

Wanneer wordt een slagman uit gegeven:

  • Als de geslagen bal rechtstreeks, dus zonder de grond te raken gevangen wordt door de verdedigende partij (veldpartij).
  • Als een aanvallende speler wordt uitgetikt door een verdediger als hij niet op een honk staat
  • Als een speler wordt uitgebrand op een honk bij een gedwongen loop, een speler moet dan naar een volgend honk lopen om plaats te maken voor een teamgenoot.
  • Als de slagman drie gemiste slagen heeft, die door de scheidsrechter ook als slagbal beoordeelt is. Als je toch slaat op een wijd bal ( bal moet op een juiste manier aangegooid worden anders is het een wijd bal) en mist wordt het toch als slagbal gerekend. (zie ook bij de taak van de pitcher)

Hoe scoor je de punten

Alleen het team dat aan slag is kan punten scoren. Het veld bevat vier honken, als de aanvallende speler alle vier honken is gepasseerd wordt er een punt gescoord. Als de speler die geslagen heeft alle honken in één keer heeft gepasseerd heet dat een homerun. Een homerun levert ook één punt op plus de punten van de andere spelers die op de honken stonden. Uiteraard wint het team met de meeste punten na de negen innings de wedstrijd. Hou je van wedden op honkbal, dan kun je vaak ook op tijdstippen van homeruns inzetten. Of hoeveel homeruns een team of een speler slaat.

Taak van de werper of pitcher

De pitcher gooit de bal over het vierde honk of thuisplaat, als de bal over de thuisplaat gaat en tussen elleboog en kniehoogte ( de slagzone) van de slagman gaat is het een slagbal, De geworpen bal wordt altijd beoordeeld door de scheidsrechter, gaat de geworpen bal buiten de slagzone dan is het een wijdbal, gooit de pitcher vier keer een wijdbal dan heeft de slagman een vrije loop naar het eerste honk. Maakt de slagman een slabeweging op een wijdbal, dan is het automatisch een slagbal. Heeft de slagman drie slagballen gehad, en niet geraakt dan is hij uit. Wordt de slagman door een door de pitcher gegooide bal geraakt op het lichaam, dan krijgt de slagman ook een vrije loop naar het eerste honk. De werper zal proberen met de snelheid, effect en de hoogte van de gegooide bal het de slagman zo moeilijk mogelijk proberen te maken. De catcher zal meestal met gebaren van de vingers proberen aan te geven aan de pitcher welke bal hij verwacht, zodat de catcher niet verrast wordt.